Geschiedenis: algemeen.


De eerste schriftelijk bron, waarin Vlodrop met naam wordt genoemd, is een charter van 24 juni 943. In dat jaar schonk Balderik, bisschop van Utrecht, aan de dochter van graaf Rainer, weduwe van graaf Nevelongus en haar zoon enige goederen, welke waren gelegen in een aantal plaatsen, zoals Liethorp (Lerop), Sultheim (Swalmen), Ascalon (Asselt), Malica (Melick), Flothorp (Vlodrop), Curvalo (Maasniel). Uit vondsten en opgravingen is echter bekend, dat hier reeds lang voor onze jaartelling mensen leefden. Vlodrops Heemkenner, Gerard Krekelberg, ontdekte begin vorige eeuw verschillende prehistorische urnenvelden en Romeinse overblijfselen. Ook leden van de archeologische werkgroep van de Heemkundevereniging hebben diverse prehistorische vondsten gedaan in Vlodrop. De eerstvolgende schriftelijke bron, is een akte van 12 december 1227, waarin Hendrik van Gelre, ook wel genoemd Hendrik van Montfort, zijn neef Reinald, graaf van Gelre, als de ware erfgenaam erkende van de Heerlijkheid Montfort (waar Vlodrop toen deel van uitmaakte). Als verklaring voor de naam Vlodrop wordt terugverwezen naar de naam Flothrop, zoals genoemd in het geschrift van 24 juni 943. Deze naam wordt als volgt verklaard: flot komt van het Germaanse Fleuta, dat snelstromende beek of waterloop betekent; thorp is afkomstig van het Germaanse woord dorpa. Vlodrop moet dus het dorp dat aan de snelstromende beek is gelegen zijn.

Historisch gezien is Vlodrop wel een interessante plaats. In oude aktes van de veertiende eeuw komen namen voor als
"van Oeraede, Steinwinckel, Triest, Brogelder" en anderen van wie er enkele in Vlodrop aanzienlijke goederen hadden. Belangrijk moet hierbij geweest zijn het feit, dat in Vlodrop lange tijd de enige brug over de Roer lag, waarvan de eerste gegevens dateren uit de dertiende eeuw. In de loop van de eeuwen is Vlodrop vaker betrokken geweest bij rooftochten van vijandige legers of andere roversbenden. In geschriften is sprake van invallen van Noormannen, van bokkenrijders, van invallen uit het protestante Noorden, van de Spaanse troepen, van de bezetting door de Fransen, waarover pastoor de Eerens nog aantekeningen heeft gemaakt.

In minder roerige tijden heeft Vlodrop door de eeuwen heen een eigen gezicht gekregen, iets wat ook te zien is op de gemeentekaart van Vlodrop, welke in 1866 is getekend door J. Kuyper. Op deze kaart zijn nog diverse zaken te herkennen, die nu nog, al dan niet in gewijzigde vorm, bestaan.